Op 10 en 15 april zong Mnemosyne het concert ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’, met hedendaagse koorwerken die relateren aan de Passietijd.
Naast a capella-werken van Mäntyjärvi, Messiaen, Mahler en Howells, werd Rheinbergers ‘Stabat Mater’ gezongen onder begeleiding van accordeoniste Ellen Zijm. Verder bracht het koor Joep de Bonts ‘Prière du Père de Foucauld’ in première. Dit a capella koorwerk is gecomponeerd op een gebed van de Franse priester Charles de Foucauld (1858-1916), die op 15 mei 2022 heilig wordt verklaard.
Dit concert was het eerste van het meerjarenprogramma ‘Tussen licht, duisternis en licht’, een reeks Passie- en Allerzielenconcerten die Mnemosyne uit zal voeren tussen 2022 en 2025. In dit meerjarenprogramma staat de wisselwerking tussen twee thema’s centraal: donkere periodes van verlies en verdriet om de (naderende) dood, en tijden van licht, hoop, verlangen en leven die daar onlosmakelijk mee verbonden zijn.
De titel ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ is ontleend aan één van de vijf Rückert-Lieder van Gustav Mahler, die hij componeerde op gedichten van Friedrich Rückert (1788-1866). Het stuk is een weerspiegeling van eenzaamheid: het vertolkt iemand die zich afsluit van de wereld om hem heen, en zich volledig in zichzelf terugtrekt. Over de slotregels Ich leb’ allein | in meinem Himmel | in meinem Lieben | in meinem Lied zei sopraan Jessye Norman: “Schöner gibt’s nicht”.